vrijdag 15 augustus 2014

53. Als je haar maar goed zit

Wat in feite weken zijn geweest, lijkt in mijn beleving maar een paar dagen. Weken? Wat zeg ik: maanden. En eigenlijk ook al wel jaren. Ik heb de angst om dierbaren te verliezen, maar eigenlijk heb ik ook angst voor de dood. Nu de dood dichterbij kwam dan ik tot nu toe heb meegemaakt, was ik eigenlijk vooral opgelucht. Niet vanwege de dood van mijn opa, maar vooral omdat hij het zelf zo graag op deze manier wilde. Hij was er klaar mee. Het was goed zo. Mijn opa zal herinnerd worden als één van de dapperste patiënten. Een kankerpatiënt die elke maand wel weer een nieuw kuurtje of shotje  of een handjevol pijnstillers probeerde, om zijn leven te verlengen. Hij was er toen namelijk nog niet klaar mee. Een kankerpatiënt die zo tevreden was over de zusters, de broeders en de artsen. Hij sprak vol lof over het personeel en hij was ze zo ontzettend dankbaar. Hij gaf continu complimentjes over het eten in het ziekenhuis, en, laten we eerlijk zijn (ik spreek uit ervaring), dat is toch echt niet te nassen. De laatste weken kon er eigenlijk geen morfine tegen de pijn van mijn opa op. Dus, zo geschiedde het, dat wij, zonder enig gezeik, om het bed van mijn opa heen stonden om hem bij te staan. Hem te laten weten dat we achter zijn keuze stonden, terwijl er dikke tranen over onze wangen biggelden. Met rode ogen heb ik hem nog verteld dat ik hem deze week nog wel zou zien en hem nog meer knuffels zou geven.
Mijn opa is van een knorrige, fitte (maar toch een oude), geïnteresseerde man de laatste paar weken in rap tempo veranderd in een iel kankerpatiëntje. Chemo doet het lichaam niet goed. Behalve zijn haaruitval, kreeg hij vlekken op het lichaam waar met geen crème tegen op te smeren viel, veranderde zijn licht gebruinde huid in een valig geval en had hij continu zweetaanvallen. Je begrijpt dat het laatste wat je dan nog wilt, is dat iemand pijn lijdt.
Die dag, toen we met z'n allen snikkend zijn kamer hadden verlaten en om een grote tafel zaten, kunnen andere dingen je even niet interesseren. Wanneer je nichtje, heel ongenuanceerd, zich bezig houdt met zaken als het knippen van opa's haar, kun je ook niets anders doen dan lachen.

- Ik wil eigenlijk nog wel opa's haar knippen. Dat heb ik beloofd. Morgen.
- Morgen slaapt hij. En die dag daarna ook. 
- Ja daarom. Ik kan moeilijk aan hem vragen of hij zijn hoofd even naar beneden doet.
- En hoe vies is dat. Hem knippen in bed.
- We kunnen er toch een stofzuiger bij houden?
- Bij zijn hoofd? Lekker.
- Maar zijn haar ziet er echt niet uit. Heel warrig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten