donderdag 31 juli 2014

51. De blouse en andere prangende vragen

In bijna elke Amerikaanse serie kom je haar tegen. Soms wit, soms lichtblauw, af en toe zalmroze. Ik heb het natuurlijk over de blouse. De mannenblouse. Of nóg beter: de after sex blouse. Na een stevige, geile vrijpartij liggen de preutse dames als een soort prinsesje opgerold in de dekens. Zelden zie je tieten. Zelden zie je ontploft haar, omdat het zo wild er aan toe ging. Zelden zie je dat de mascara is uitgelopen, waardoor je eruit ziet als een mislukte panda. Zelden zie je de man, dan wel de vrouw zweten. Het ziet er altijd zo perfect uit, dat je je bijna altijd wel even het volgende afvraagt: hoe doen ze dit?

En waar komt die blouse dan vandaan? Ligt deze casual op de grond, omdat je sexy bedpartner hem zojuist heeft uitgetrokken? Of loop je serieus naar de kast van je scharrel om te kijken of hij daar een gestreken, netjes opgevouwen blouse heeft liggen? Zoveel vragen en maar weinig antwoorden. Ik zelf doe niet eens meer de moeite om iets over mijn naakte lichaam heen te draperen. In de hoop niet gespot te worden door de huisgenoot van mijn lover, sprint ik naar beneden het toilet in. In de romantische Amerikaanse versie van een seksscène, zie ik nooit de dames sprinten naar de wc om te voorkomen dat ze de volgende dag last hebben van een blaasontsteking (I know, ik verpest de romantiek).

Dan nog iets. Heeft de Amerikaanse, perfecte man niet de ballen om even iets langer in bed te blijven liggen, zodat het vrouwtje niet alleen wakker wordt? Ach ja, dat kan natuurlijk ook niet, want de vrouw  moet wakker worden van de geur van vers gebakken pannenkoeken. De vrouw moet goed weten wat haar positie is: puur zakelijk. Vreet je pannenkoeken op mens en vertrek!

dinsdag 22 juli 2014

50. Nostalgische bron

"Het is meer dan 6 maanden geleden, nee wacht, ja écht meer dan 6 maanden geleden dat ik je gezien heb!" roept mijn, inmiddels in een beeldschone Italiaanse getransformeerde, vriendin uit. Ik knuffel haar, geef haar nog een zoen, en dan nog maar een paar knuffels. Gek, realiseer ik me. Het is al een halfjaar geleden dat ik haar dag heb gezwaaid voor een avontuur die zij nooit meer zal vergeten, maar die geheel aan mij voorbij is gegaan. En vreemd is het ook dat voor haar de tijd heel snel gegaan lijkt te zijn, maar dat dat voor mij niet heel anders is. En nog gekker vind ik het dat ik rustig met haar een kopje thee kan drinken, uren kan kletsen, zonder dat het vreemd voelt. Ze is goddorie een halfjaar weggeweest (nee, meer dan een halfjaar zelfs!).
Gedurende ons uitgebreide lunch, zij met een bruine boterham met rosbief en ik met couscoussalade, passeren allerlei onderwerpen de revue. Wanneer de veel besproken MH17-ramp aan bod komt, ben ik even stil. Het heeft me meer gedaan dat ik dacht dat het zou doen en voornamelijk vanwege het feit dat ik me wel besefte dat het leven met één raket voorbij kan zijn, maar dat het dus ook echt geen fuck uitmaakt wat je allemaal in je leven doet, want niemand die zich dat ooit nog gaat herinneren. Vooral als je met een heel gezin meteen uit de stamboom wordt gebonjourd. “Ja weet je, dit klinkt misschien heel cru, maar er is dus mooi helemaal niets over van die lichamen daar”, gaat mijn vriendin verder, terwijl ze rustig haar rosbief herkauwt. “En dan vraag ik mij dus af wat er nu precies in die lijkzakken naar Nederland wordt vervoerd. Zouden de onderzoekers naar elkaar schreeuwen wanneer de één een arm vindt en de ander een bijpassend been?” Ik begin te lachen en voordat ik het weet hebben we allerlei situaties geschetst over puzzelen met benen, armen en andere lichaamsdelen.
Niet veel later begin ik heel nostalgisch te mijmeren over het feit dat ik haar al meer dan 11 jaar ken en dat dat best bijzonder is, maar dat deze vriendschap ook in één ruk voorbij kan zijn, waarop zij  nuchter antwoordt: “ja, nou geen zorgen, want als jij dood gaat heb jij er in ieder geval geen last meer van.” En dat is waar. We zijn als mensen allemaal bang voor de dood, maar waar we denk ik banger voor moeten zijn is achterblijven. Face it, de achterblijvers hebben het toch het zwaarst.

De Lunch (het was een belangrijke) heeft onze vriendschap weer volledig hersteld en het halfjaar dat we elkaar niet hebben gezien, is in een paar uur tijd weer ingehaald. Peinzend staan we voor het schap met agenda’s. “Ja, alle bouwco’s hebben eigenlijk een Moleskine, maar die zijn wel duur.” “Ik zeg: ga voor een klassieke Hema”, antwoord ik, terwijl ik naar een agenda grijp. “Hier, deze heb ik. Hij is simpel en het belang van deze agenda zit hem in het detail”, ik wijs naar een spiraalvormige knoop waarmee je de agenda, hoe simpel, met een touwtje dicht doet. “Ja, nou ja, ik heb zelf ook een spiraal”, antwoordt vriendin inmiddels opgewekt. “Nou”, zeg ik, “dan is deze agenda jou sowieso op het lijf geschreven,” waarop wij in lachen uitbarsten.
En nu ik dit zo opschrijf besef ik me dat het echt klopt wat ze zeggen: je weet pas wat je mist, als je het niet meer hebt. Al moest ik wel zien wat ik ook al weer had, om te beseffen dat ik het stiekem wel heel erg gemist had. Gesprekken zoals bovenstaand, zullen dan ook alleen grappig worden gevonden door degenen die zich in deze situatie bevonden. Net op het moment dat ik denk dat mijn vriendin, met de Italiaanse schoonheid en de Nederlandse nuchterheid, vergeten is hoe het is om nostalgisch te mijmeren roept ze bij de kassa, terwijl ik mijn pinpas door de automaat laat glijden, hard uit: “weet je nog toen je voor het eerst moest pinnen? Ja bij de Zara? Dat ging helemaal mis natuurlijk!”


Noot: dit was 6 jaar geleden en ik was inderdaad dood nerveus om te pinnenEn het was inderdaad bij de Zara. Waar ik nog steeds niet graag pin.

maandag 21 juli 2014

49. De tijden van een sloof

Na bijna 8 weken van totale uitputting (zowel fysiek als mentaal; man, die hakken spannen mijn kuitspieren echt aan!), leerzame momenten, stressvolle deadline's, heerlijke lunches, het open- en dichtslaan van deuren van collega's om te laten merken hoe druk zij het wel niet hebben, het verdienen van een uurloon waar zelfs Aziatische kinderen geen hand voor omdraaien (grapje), het op een dag wel twintig keer bezoeken van de bibliotheek (voornamelijk omdat ik steeds vergeet een lijstje van boeken mee naar boven te nemen), de bezochte zittingen, gastcolleges en presentaties, maar bovenal een ervaring die niemand me nu nog afpakt: het zijn van een student-stagiaire.
Al ben ik ontzettend blij dat ik al dit bovenstaande mee heb kunnen maken, ik kijk er stiekem wel heel erg naar uit om niet meer die student-stagiaire te zijn. Om niet meer steeds halverwege in de gang al mijn naam te moeten horen, waarbij ik rekening moet houden met het feit dat mijn mondhoeken omhoog krullen in plaats van een vermoeid gezicht met een bijbehorende chagrijnig uitstraling, omdat ik het al erg druk heb. Wij, de student-stagiaires, zijn ook het laagste van het laagste. Eerlijk waar, de schoonmaakster staat nog hoger op de carrièreladder dan ik. Ik was daarom ook erg verbaasd dat ik zowel bij mijn eerste stage, als bij mijn tweede stage de koffie- en theepot alleen heb aangeraakt voor eigen gebruik en dat ik veelal de hulp van de secretaresses heb moeten inschakelen voor Eerste Hulp bij Kopieerongevallen, omdat ik meestal niet eens wist hoe de kopieermachine werkt (om nog maar te zwijgen over het feit dat het meestal een kwestie was van nieuw papier in de papierlade doen).
Aanstaande vrijdag zwaai ik met mijn linkerhand, en hopelijk met een goede beoordeling in mijn rechterhand, mijn ex-collega's vaarwel. Al weet ik niet of het een vaarwel is voor altijd, gezien het feit dat ik al door een aantal mensen ben gevraagd of ik niet een carrière in Twente ambieer (mocht om een gekke reden de Derde Wereldoorlog uitbreken en alle randsteden worden plat gebombardeerd, who knows).
Ten slotte vind ik het een heerlijk gevoel om een bijdrage aan mijn carrière ook daadwerkelijk te vereeuwigen, en wel op mijn CV. De kleine, zwarte, lettertype 11 lettertjes die beschrijven dat ik bij dat advocatenkantoor op 2 juni t/m 25 juli me uitgesloofd heb om me van mijn beste kant te laten zien, waarbij ik, weet ik veel wanneer, nog wel altijd profijt van zal hebben. Natuurlijk, de afronding van mijn bachelor dit jaar was een momentje waarbij ik langer dan 2 minuten heb stilgestaan (al weet mijn moeder het overigens altijd weer leuk naar beneden te halen: "je bachelor stelt eigenlijk niets voor, maar gefeliciteerd!"), mijn cijferlijst stop ik liever in een doos ergens achter in een kast. Een mooie acht, een paar zeventjes, maar vooral heel wat zesjes prijken op mijn cijferlijst. Ik kwam er al vrij snel achter dat ik maar voor een paar vakken hoge cijfers zou kunnen halen en voor de andere vakken moest ik me dan ook tevreden stellen met een goede zes. Het motto "gehaald is gehaald" is dan ook helemaal op mij van toepassing. Als het met cijfers dan niet lukt, dan maar met mijn CV, dacht ik.
En nu kunnen we toch wel concluderen dat (vingers gekruist dat mijn beoordeling ook een momentje is waarbij ik in ieder geval 2 minuten stil kan staan) ik met de afronding van twee stages een erg goede kant op ga. Ik zeg altijd maar: zoals jij, zo likt er maar één.