maandag 19 maart 2012

9. Een zacht gekookt eitje

Van binnen kook ik.


Er bestaan mensen, die altijd vrolijk zijn. En dat menen ze dan nog ook. Die mensen die altijd kunnen blijven lachen en alles netjes kunnen verwoorden en zich nergens aan ergeren. Ik behoor helaas niet tot deze menssoort. Ik behoor tot de soort 'we koken van binnen, maar we zeggen lekker niks'. Ook wel het schijnheilige type genoemd. Een paar dagen geleden dacht ik bijvoorbeeld aan de situatie van het stil zijn in stiltecoupés. Ik erger me dood aan mensen die luidkeels meezingen met hun Ipod, door de telefoon ruzie maken of met diegene die naast ze zit een intiem gesprek te voeren op zo'n geluidsniveau dat de dove man op het toilet veel profijt heeft van deze sappige details. Een aantal van mijn soort probeert er wel iets van te zeggen. Alleen komt dat er altijd heel slapjes en ongeloofwaardig uit. Wij zullen nooit stevig in onze schoenen staan en durven te zeggen: "Hey, yo! Kijk eens even op het raam verdomme. Wat staat daar dan op? Nou? Ja, je kan het zowel op z'n Frans als in het Engels uitspreken? Yo! Lees het eens even hardop voor. S-I-L-E-N-C-E. Bravo. Dus. Wat doen we nu dus even? Mooi bekken dicht!" Nee. Wat wij doen is dit: "Excuseer, maar zou u wat zachter willen praten?" Mijn soort zegt niet waar het op staat. De aangesprokene in kwestie zal alleen denken: "Pff, toedeledoki. Het zal wel." Het feit is dat onze soort zich wel dood ergert aan deze, niet aan de regelshoudende mensen. We gaan niet voor niets in een stiltecoupé zitten, dus wanneer daar gepraat wordt, vreet ik mezelf op van binnen. De hele treinreis bedenk ik hoe ik het moet zeggen en als ik eenmaal een goede zin bedacht heb, zijn we al bijna in Rotterdam.

Vandaag ben ik, jawel dames en heren, uit mijn schulp gekropen. Ik heb zowaar een jongen uitgescholden voor 'sukkel'. Of misschien ook wel 'domme sukkel', maar dat kan ik me niet meer herinneren. Het kwam er zeer oprecht en gemeend uit, omdat ik het ook écht meende. De jongen in kwestie deed niks met 'pfff' of 'tsss'. Wel fietste hij er angstig en razend snel van door. Dat was dan wel weer jammer.