maandag 16 december 2013

38. Ze worden niet gemiddeld 10

De laatste paar weken waren iets zwaarder voor ons gezin. Naast de nodige tentamen, studie en werkstress hadden we ook nog een hond met kanker. Je probeert haar er door heen te slepen, naar haar te luisteren, met haar te knuffelen, maar zolang die verrekte kanker er nog was, ging het met onze hond niet lekker. Mijn ouders hadden bij voorbaat al besloten dat er maar een spuit in moest, want een kankergezwel op een staart belooft niet veel goeds. En daarbij kost een staart eraf halen ook veel geld, dachten ze. Natuurlijk wist ik de echte reden van mijn ouders: ze willen verhuizen naar een appartement en daar past een hond niet bij. Daarbij had onze hond, volgens het boekje, allang het loodje moeten leggen. Haar soort wordt toch gemiddeld 10?
Je begrijpt: ik wilde dat onze hond bleef leven. Hoe langer hoe beter, met of zonder staart. Wel had ik mijn vader op het hart gedrukt tegen de dierenarts te zeggen dat hij op zijn minst moest proberen die staart eraan te houden. Haar staart is haar handelsmerk.
Nou, vorige week was het dan zover. De dierenarts had bevestigd dat het kanker was en dat het eigenlijk wel moest worden weggehaald en dat het 400 euro kostte. Dit was het slechte nieuws. Het goede nieuws was dat we nog veel plezier van onze hond zouden hebben, want ze kon zomaar nog wel even 3 jaar te leven hebben. Onze hond zou namelijk zeker veel ouder worden dan de ordinaire golden retriever. Mijn dag kon niet meer stuk. Helaas voelden mijn ouders zich nu wel genoodzaakt onze hond te laten opereren in plaats van dat lang verwachte spuitje.
Inmiddels is de hond clean en heeft ze nog steeds haar staart. Wel een staart met alleen haar op het puntje en haar op het begin. De rest moest allemaal worden weggeschoren. Gelukkig hebben we nog even met deze hond.

zondag 15 december 2013

37. Ja hoor, het is Kerst!

Voor mij is het pas écht Kerst als er in ons huis minimaal één discussie over een kerstboom, kerstlichtjes, kerstdiner, lootjes en opa en oma heeft plaats gevonden. Dan mag het misschien buiten nog zo koud zijn, de erwtensoep op het fornuis staan, het haardvuur aangewakkerd, ik met drie dekens over me heen de nacht doorbrengend, maar Kerst is alleen Kerst met prachtige discussies.

Vorig jaar vond er een discussie plaats over de hoogte van de kerstboom. Moeder had gezegd dat "we dit jaar maar eens een kleine kerstboom moesten nemen". Vooral omdat we nu sinds een paar jaar ook doen aan een versierde kersttak (wij doen ook nog eens aan recyclen, want de tak van vorig jaar heeft het 4 seizoenen volgehouden op een tafeltje in onze achtertuin, dus waarom het niet nog een keer gebruiken?) en het moet niet too much zijn. Nou, zo gezegd zo gedaan. Na lang gezeur en getrek heb ik me ook nog laten overhalen om die verrekte (mini)boom te gaan kopen. Handschoenen aan, muts op en gaan met die banaan. Samen met paps op zoek naar een kleine kerstboom. Mijn moeder had vorig jaar één grote fout gemaakt en dat is dat ze niet netjes met haar handen had aangegeven hoe groot (of hoe klein) de kerstboom dan moest zijn. En daarbij heeft ze de twee sukkels van de familie die kerstboom laten kopen. Dat ging dus geheid mis.
Eenmaal omringd door een stuk of tachtig bomen, zag ik hem staan. Een mooie kleine boom. Niet te klein, maar precies goed. Ik zou durven stellen dat de piek van de kerstboom tot aan mijn neus kwam. Klein maar fijn dus! Vervolgens betaal je je scheel aan die kleine kut boom. Maar klagen doe je niet, want nee, het is Kerst. En dan ziet zo'n boom er misschien wel klein uit, maar man wat was ie zwaar. Dus al steunend en kreunend liepen mijn vader en ik de wijk weer door. Bijna thuis aangekomen, stopt er een oranje mini naast ons: "IS DAT DE BOOM?" En dan niet vriendelijk bedoeld. Vervolgens begint mijn moeder nog keihard te lachen alsof dit een grapje was en we gelijk rechtsomkeert zouden maken naar de bomenmarkt. Het besef dat dit dé boom was, begon bij mijn moeder te dagen, zodra ze onze serieuze en bezwete gezichten zag.
Ik kan je vertellen: op dat moment ben je liever niet in je ouderlijk huis. Het heeft twee uur geduurd voordat mijn moeder besefte dat je van zo'n boom echt niks kunt maken, al versier je hem nog zo mooi. En het heeft 2 minuten geduurd voordat ze besefte dat ze deze taak nooit aan mijn vader en mij had moeten toebedelen. Dus na heel wat geschreeuw en initiatieven van mijn kant ("Oké, jezus, ik breng hem wel terug") hebben we in gezamenlijk overleg besloten de kleine boom te houden. Dat de boom de hele kerstvakantie slachtoffer was van dwerg- en lilliputtergrapjes, gekke foto's en doen alsof er eigenlijk geen boom was, hebben we allemaal voor lief genomen (en de versierde kersttak heeft het allemaal gecompenseerd).

Dit jaar, je zou denken dat we er iets van hebben geleerd, moest ik weer een boom kopen. Ik ben ook steeds op de verkeerde momenten thuis. Je kunt veel zeggen, maar mijn moeder heeft er wel wat van geleerd: geen kleine bomen meer. Dus toen mijn vader vroeg of ik weer met hem mee wilde, was mijn eerste reactie ook een duidelijke 'nee'. Toen vervolgens mijn moeder mijn vader als meetlat gebruikte "kijk, zo lang moet ie zijn, ongeveer tot aan papa's scheve neus" was ik gelijk om. Hoe moeilijk kon dat zijn? Gelukkig hebben we dit jaar een prachtige boom binnen gesleept en ook moeders was tevreden. Maar, zoals ik al zei, Kerst zou Kerst niet zijn zonder een discussie. Vanmorgen, terwijl ik met de studie bezig was, was er beneden een discussie over de kerstverlichting. Blijkbaar waren al onze lampjes kapot en er moesten dus nieuwe worden gehaald. Moeders heeft namelijk een nieuw creatief idee bedacht: geen ballen in de boom, maar eronder. Dus als je boom dan ook geen lichtjes heeft, dan is het wel een trieste bedoeling. Afijn, mijn vader in de auto op weg naar het tuincentrum. Niet veel later hoor ik beneden geschreeuw. Ik had in de kast kunnen kruipen, maar ik wilde liever de oorzaak weten. Het bleek dus dat mijn vader de verkeerde lichtjes had gekocht. Ze waren namelijk zwart, te groot en echt voor in de achtertuin en niet voor de binnenboom. Mijn vader, vaak slachtoffer van verkeerde smaak, was het dus even helemaal zat. Moeder moest maar mee terug naar het tuincentrum. Mijn moeder, fan van herhaling, bleef ook maar zeggen dat de ballen dit jaar onder de boom gingen waardoor we dus wel moesten shinen met de lichtjes. Waarop mijn vader doodleuk antwoordde: "Ja, ik zal jou eens onder die boom leggen." Het feit is wel: vandaag is zondag en zondag is hardloopdag van moeders. De hele dag is ze al bezig met die boom, terwijl ze rondloopt in haar sportkleren. Dus naar het tuincentrum gaan was geen optie, want zei moeder: "Ik zie er nu toch niet uit." Ja, dat is het grootste probleem bij ons. Hoe we eruit zien.

Weer een kwartiertje later zag ik twee blije gezichten. Mijn moeder had de lampjes die ze wilde en mijn vader had een straatmuzikant horen spelen en besloot zijn klarinet uit de kast te halen. Ik houd van Kerst!



woensdag 4 december 2013

36. Cliché

Ik bedacht het me gisteren pas: ik ben onderdeel van een relatie. En dat maakt mij de ene helft van 'hét stelletje'. Daar is niks mis mee hoor. Het geeft me een ontzettend fijn gevoel, maar er was naar mijn idee wel iets mis met wat er vooraf gebeurde. Niet dat het zo erg disproportioneel was; nee, het was meer iets wat ik mezelf heb gezworen nooit te doen. Gewoonweg omdat ik het vies, te intiem, smerig, te cliché, te wanna be, te vroeg, en te "wat maakt het allemaal ook uit" vond.

Situatie 1 'samen sporten'

Je kent het wel: stelletjes die samen naar de sportschool gaan en daarna in geuren en kleuren aan anderen of niet-stelletjes vertellen hoe sportief zij wel niet zijn. En dat jij, als gespreksdeelnemer, de neiging moet onderdrukken niet spontaan je vinger in je keel te duwen. Nou, dit heb ik zojuist gisteren voor het eerst gedaan. Eerlijk gezegd viel het mee. Het was niet pijnlijk. Verre weg van gênant (maar dat komt omdat ik wel een heel sportief vriendje heb) en daarbij heb ik zelf de grootste zonde begaan: het in geuren en kleuren vertellen aan een vriendin.

Situatie 2 'tandenborstelincident'

Dit is eigenlijk al een aantal keer gebeurd: vriendje vergeet tandenborstel en ik geef zonder al teveel twijfelen mijn eigen tandenborstel aan hem om er na hem vervolgens mijn eigen gebit mee te verzorgen. Dat dit niet echt kon, besefte ik me pas toen ik het geschokte gezicht van bovenstaande vriendin zag.

Situatie 3 'reserve boxers en de rest'

Ik vind vrouwen die zich gelijk de taken 'koken', 'wassen', 'strijken' en 'stofzuigen' toe-eigenen zodra ze in een serieuze relatie terecht komen altijd een beetje dom. Het is zaak om duidelijke afspraken te maken, zei ik altijd. De taken moeten eerlijk worden verdeeld. Nu doen wij (ja, ik praat ook al in de wij-vorm) dat helemaal prima. Niks mis mee. Vooral zo laten. Alleen is vriendlief soms wat vergeetachtig (lees ook 'tandenborstelincident') en omdat ik vind dat mijn onderbroeken uitlenen iets te ver gaat, laat ik hem zijn vieze onderbroeken bij mij in de wasmand gooien, zodat hij een reservestapel opbouwt. Ik vond het vooral heel erg slim in plaats van lekker cliché.

Situatie 4 'de sleutel tot…'

Als mijn huisgenoot niet zo dom was geweest zijn sleutel in zijn fiets te laten zitten en vervolgens óók nog eens verbaasd is dat zijn fiets gejat is, had hij nooit nieuwe huissleutels hoeven te maken en had hij mij nooit twee sleutels gegeven in plaats van één, waardoor ik op de vraag van mijn vriendje "zullen we een extra sleutel laten bijmaken?" met een big smile een extra sleutel uit het laatje kon toveren. Ja, alleen in 'nood gevallen'.




zaterdag 19 oktober 2013

35. Piet is zwart

En ook ik wil mij na twee jaar wel in de discussie mengen. Vanmorgen las ik in de krant dat Rutte had gezegd: "Zwarte piet is zwart. De naam zegt het al. We moeten natuurlijk rekening houden met de gevoelens van anderen, maar ik kan aan de kleur van zwarte piet weinig veranderen." Zo is het maar net!

Ik vind het één grote kolderdiscussie. Er wordt, misschien wel terecht, rekening gehouden met de etnische minderheden in ons land, maar laten we ook eens even naar de blanke Nederlander kijken. Hoe vaak worden wij niet bleekscheet of kaaskop genoemd. De woede van die ene Quinsy omdat zijn moeder een keer voor zwarte piet is uitgemaakt: seriously get over it. En wat me nog bozer maakt is dat vervolgens de VN zich er tegen aan gaat bemoeien, omdat de mensenrechten in het geding zouden zijn. Ik kan jullie wel vertellen, dat zodra zwarte piet wordt afgeschaft, dan hebben wij in Nederland geen Sinterklaasfeest meer. Er wordt niet spontaan een 'witte', 'gele' of 'hoofddoek' piet bedacht en zodra dat wel gebeurt, dan zal er ook wel weer sprake zijn van discriminatie. Of de gele, blanke of hoofddoekkindjes zullen zich wel identificeren met de pieten. Want dat gebeurt nu natuurlijk ook aan de lopende band. Elk donker kindje is automatisch ook zwarte piet. Dat was ik even vergeten! Stom!

En voordat ik de krant uit boosheid heb weggesmeten zag ik ook nog staan dat Quinsy en zijn gang afgelopen week bij het gemeentehuis te Amsterdam geprotesteerd hebben: de intocht mag niet doorgaan en als het wel doorgaat dan mag het dus alleen als de racistische zwarte piet niet meeloopt. Want natuurlijk: de stokoude Sinterklaas die stapt zelf wel even van die grote stoomboot af (als we geluk hebben dan regent het en dan glijdt ie zo op z'n bekkie. Yes, sensatie!) en die zal zelf ook wel het grote boek dragen en die springt ook zelf wel op zijn schimmeltje. Oh, wacht, Sinterklaas bestaat al helemaal niet meer, maar misschien moeten we dat de kindertjes ook al af nemen.

Geloof mij, beste mensen, zonder zwarte piet is Sinterklaas helemaal niets. Het is dan enkel een stokoude man met een enorme, lange witte baard. Die de cadeautjes ook niet zelf inpakt en die ze ook niet zelf koopt, gewoonweg omdat hij daar te oud voor is. Een Sinterklaasfeest zonder zwarte piet, is zoals een auto zonder banden. Het idee is er, maar je kan er verder vrij weinig mee. En een 'piet' met vegen op zijn gezicht van het roet, slaat natuurlijk helemaal alles. Laten we de baard van Sint ook even kort wieken "gewoon omdat het kan".
Ik moet het hem wel nageven: die kinderachtige Quinsy met duidelijke childhood problemen heeft het wel voor elkaar. Naast dat heel Nederland nu in rep en roer is, is ook de hele wereld in rep en roer. Ik hoop dat hij tevreden is over zijn behaalde resultaten. Misschien kan hij de volgende keer iets vertellen over hoe het eraan toe ging in de Romeinse tijd of in de Tweede Wereldoorlog. Ook sowieso redenen om bepaalde dingen af te schaffen, denk ik zo.

En dan nog dit: Angel kisses zijn gewoon negerzoenen, net zoals jodenkoeken en moorkoppen. Nog even en alles is discriminatie. Dikke vinger!

zondag 6 oktober 2013

34. S.s.g.

Ik heb er maar een nieuwe afkorting voor verzonnen. Deels omdat ik me er aan erger en deels omdat ik het om me heen zie. S.s.g. ook wel 'Secret smartphone gedrag'. Nu zal ik even kort toelichten waar die secret dan voor staat.
Ik weet namelijk nooit wat de persoon in kwestie op zijn smartphone zit te doen. Meestal denk ik dat het wel whatsappen zal zijn, maar volgens mij kan je zoveel meer op dat ding, dat ik niet denk dat het alleen de whatsapp is. Daarbij is er zo ongeveer om de maand een nieuwe hype en dat is deze maand dus mensen beoordelen op basis van hun facebookfoto en zodra je elkaar allebei hebt 'geliked' dan kan je chatten. Ge-wel-dig natuurlijk. Wat men allemaal niet uit verveling kan doen.
Het interessante is wel dat hoe secret jullie ook bezig denken te zijn, ik heb altijd direct door wanneer er een smartphone in het spel is. Als ik met een vriendin afspreek in een cafeetje en ik ga even een bezoek brengen aan het toilet, dan komt sowieso die smartphone tevoorschijn. Uit verveling, denk ik dan. Ik heb dat zelf niet zo. Ik kan even op mijn Nokiaatje kijken om een smsje te checken, maar daar houdt het dan wel mee op. Of ik kan snaken. Ook leuk natuurlijk en helemaal van deze tijd. Maar goed, dan komt die smartphone dus tevoorschijn en nee, beste mensen, die verdwijnt dan ook niet zodra ik terug kom. Ik, heel naïef, vraag dan wat en dan krijg ik dit als antwoord: "Eh...ja...ja, natuurlijk...eh...hmm...even wachten hoor, An...ik ben heel even bezig....ja X whatsappt me...dit plaatje, geniaal!" Zo ongeveer dan. De strekking verschilt van tijd tot tijd. En dan zit ik daar. Als smartphoneloos persoon mij van binnen opvretend. De tijd dat men zonder zijn mobieltje kon is volledig voorbij. Ergens tussen de tijd dat ik nog heel trots was op mijn klapper van een Nokia en nu is iets misgegaan, vermoed ik.
Een ander voorbeeld van secret gedrag. Op de fiets. Man wat heb ik daar een hekel aan. Je fietst niets vermoedend achter een persoon en op het drukste kruispunt, ik herhaal, drukste kruispunt, begint de persoon voor mij te slingeren. Dan denk je natuurlijk "what the hell is wrong with you?", maar dat denk ik nu allang niet meer. Nee, het eerste wat ik denk is "verdomme, weer die smartphone". En ik, als gefrustreerde fietser, haal diegene dan in en ja hoor, daar is-ie dan: de smartphone! Er komt een dag dat de politie fietsers gaat beboeten voor het onveilig rijden (met een smartphone). Ik snap niet zo goed waarom fietsen en smartphones samen gaan. Worden jullie, de smartphonehouders, dan nooit gek van het continue beschikbaar zijn? Is het zo moeilijk om minstens één keer per dag met twee handen aan het stuur te zitten? Ja, dat vraag ik me dan gewoon even af hoor. Want fietsers en smartphones gaan helemaal niet samen. Voetgangers en smartphones ook niet. Ik heb soms zelfs het idee dat een voetganger wel denkt dat hij, heel geïnteresseerd in zijn beeldscherm, het wel kan maken om door rood te lopen en vervolgens niet om zich heen kijkt en er dus indirect vanuit gaat dat de auto's stoppen voor hem. Omgekeerde wereld mensen, omgekeerde wereld.

Er komt een dag dat ik die irritante fietser bij het inhalen een duwtje geef. En er komt ook een dag dat ik die voetganger aanrijd. Gewoon uit verveling, denk ik dan.





maandag 30 september 2013

33. Help, ons imago!

Hogeschool InHolland, Universiteit van Tilburg en Vrije Universiteit Amsterdam. Wanneer komt er een instelling aan bod waar ik een leerling of een student van was? Ik heb het natuurlijk over de reputatie van bovengenoemde onderwijsinstellingen. Bij Hogeschool InHolland werden er net iets te makkelijk diploma's weg gegeven om zo maar van de studenten af te zijn. En dit herinner ik mij nog heel goed, omdat ik toen zelf student was bij Hogeschool Rotterdam, waar ik op dat moment enorm blij mee was. Wat later las ik vol ongeloof in de krant dat ene Diederik Stapel de hele boel bij elkaar had gelogen (of nou ja, hij had enkele essentiële gegevens veranderd). En er zullen vast nog meer fraudezaken aan bod zijn geweest waar ik niet van af wist, maar ook nu is ook de Vrije Universiteit Amsterdam de klos.

Nu is mijn middelbare school (ook wel de Geitenwollensokkenschool genoemd) al een aantal keer afgekraakt door de overheid, inspecties van de overheid en mijn omgeving. Alleen als 17-jarige scholier kijk je daar toch wat anders tegenaan dan als een 21-jarige student. Mijn school zou teveel aan ontwikkeling doen, die bij een kind eigenlijk niet zonodig ontwikkeld dient te worden (dans, drama, euritmie, handvaardigheid, verhalen schrijven, zingen; aspecten die ik overigens heel erg nuttig vond). Er moest meer ruimte voor efficiëntie komen en net wat minder zweverigheid. Aldus de inspectie. Behalve deze punten (en inmiddels zijn die flink aangepast, want ook de Geitenwollensokkenschool krijgt subsidie van de overheid en ben je niet een normale, openbare middelbare school, dan krijg je ook geen subsidie) viel het allemaal reuze mee en dat is dan ook wel weer de instelling van mijn middelbare school geweest: we hadden er allemaal wel een beetje (schapen)schijt aan. Geen subsidie? Dan doen we het toch zonder en dan vragen we aan de ouders zelf toch wel een bijdrage? 1040-urennorm? Zo weinig maar? Wij zaten sowieso al van half 9 tot 6 uur op school (waar ik overigens nog wel dolblij over had geprotesteerd met de rest van mijn school, omdat wij ook eens normaal wilden doen. Net als alle andere leerlingen in Nederland). Een uitje naar Parijs? Nee, gekkigheid, wij gaan op survivalkamp waar we tegen bomen aan praten en poepen in een zelf gegraven kuiltje.

Nu vroeg ik mij af of ik binnenkort ook zoiets shockerends moet verwachten van mijn faculteit. Je zou kunnen denken dat er bij Rechtsgeleerdheid vrij weinig te frauderen valt (dat dacht ik zelf namelijk nog tot aan een jaar geleden, maar dat even terzijde), maar gezien het aantal onderzoekers binnen privaatrecht alleen al (ik kan het weten, ze hebben mij de basis van het goederenrecht meegegeven) bestaat die kans dus wel. En wij leren braaf alle noten bij de arresten, nieuwe artikelen van Dinges en nieuwe artikelen van Danges, boeken van hoogleraar Y en boeken van docent Z. Voor je het weet, komt er aan het licht dat je net zo goed niet al die boeken en artikelen had hoeven te lezen, omdat ze vol onzin staan. Weet jij veel? Ik had hier eigenlijk nog niet zo bij stil gestaan totdat ik een column van Youp van 't Hek hierover las. Toen besefte ik me pas dat hij helemaal gelijk had.
Of dat ik straks als trotse afgestudeerde student (jaja, bachelor nog maar) mijn bachelordiploma in ontvangst neem en later blijkt dat ik mijn hele scriptie niet eens had mogen halen, omdat hij vol fouten stond en Universiteit Utrecht mij gewoon weg wilde hebben, zodat het aantal excellente studenten de overhand neemt (dat ben ik dus duidelijk niet).

Het lijkt mij dus beter om die hoogleraren en professoren nu maar met een korreltje zout te nemen en vooral heel nonchalant hun boeken en artikelen door te gaan bladeren. Over een jaar of 10 komt toch wel aan het licht dat het artikel grotendeels uit geblaat bestond en geloof mij: dan ben je misschien nog wel blij dat je voor een tentamen gezakt bent, waarvoor je alleen maar onzin had moeten leren.

vrijdag 27 september 2013

32. Ruggen mysterie

De rug. Of eigenlijk: de vrouwenrug. Het heeft iets speciaals en iets moois. Als het bedekt is zonder al teveel vel, overtollig vet of rimpels is de rug een prachtig fenomeen. Nu vraag je je misschien af waarom ik een blog wijd aan de rug?

Na de film Silver Linings Playbook begon ik mij af te vragen 1. Waarom Amerikanen zo preuts zijn en 2. Waarom de mannen in die films vrijwel altijd een harde piemel lijken te krijgen van het enkel kijken naar een blote rug van een vrouw? En to be honest, ik kan het antwoord niet geven. Dat Amerikanen niet graag naakt laten zien (jaja, Game of Thrones valt daar niet onder), dat was al duidelijk. Nederlanders daarentegen lijken totaal geen problemen te hebben met naakt. Sowieso is voor de Nederlander een film zonder naaktheid altijd wel een tegenvaller. Daar waar Nederlandse films full frontal nudity laten zien stopt de Amerikaanse camera waar de borsten van de Amerikaanse actrice horen te beginnen. Heel flauw hoor!

In ieder geval heb ik wel nagedacht over wat de rug van de vrouw zo speciaal kan maken. Dus lieve mannen, schroom niet om mij het echte antwoord te geven na het lezen van deze blog. Is het voor jullie een opluchting om te zien dat de vrouw in kwestie geen haar op haar rug heeft en dat je weet dat het dus geen man kan zijn (definitief, je weet het namelijk nooit in deze wereld)? Om hier op voort te borduren: is dit een gevoel dat je al op honk 1 staat en dat je van honk 2 (borsten) dus niet ver verwijderd bent (de vrouw hoeft zich maar om te draaien en je bent binnen, denk ik zo)? Zet de blote vrouwenrug sowieso aan tot een wereld naar meer? Nodigt de rug meer uit naar sexy time dan een ander deel van het vrouwenlijk lichaam? In Amerikaanse films lijkt dit wel zo te zijn. Is de rug trouwens nog steeds even aantrekkelijk met puisten erop? Waar ligt de grens, mannen?

Ik ben verward.


maandag 23 september 2013

31. Een goed bakkie

Sinds een tijdje woon ik in mijn nieuw onderkomen. In alle opzichten is het beter dan voor mijn uitwisseling (al kan de tijd in het buitenland natuurlijk nooit overtroffen worden, dit is in ieder geval een begin). Zo heb ik nu een grotere kamer voor minder geld (een beetje onderhandelen doet wonderen). Ik woon in een rustigere buurt, maar wil ik drukte dan kan ik een straat doorkruizen en ik word overspoeld door Arabische invloeden (het is Marrakech all over again). Daarnaast woont er een groot deel van mijn hockeyteam in mijn buurt, en ja het mag gezegd worden, waardoor ik mij om 12 uur 's nachts nog net ietsjes veiliger voel als ik terug kom van een training. Vier meisjes met een hockeystick in de hand geklemd stellen toch meer voor dan één meisje. Wat misschien nog wel één van de leukste dingen is aan mijn nieuw onderkomen is toch wel de supermarkt. Het is een waar paradijsje. Het is goedkoop, het is alsof je de jaren '80 binnen stapt en het heeft lekker eten. Ik heb het natuurlijk over de Nettorama. Tot voor kort had ik hier nog nooit over gehoord, maar toen mijn huisgenoot instemde om mij de buurt een beetje te laten zien, kon ze natuurlijk de Nettorama niet vergeten. En ik ben haar dankbaar. Het Tokkie-volk wat er dagelijks rond loopt is zowaar een bezichtiging op zichzelf (cassières meegeteld) en dat daarnaast elke keer mijn tas weer gecontroleerd wordt neem ik ook voor lief (ik kom daar nu elke dag en elke keer sta ik weer bij dezelfde cassière, maar ze vertrouwt me volgens mij nog steeds niet helemaal).

Maaaaar, tromgeroffel, het leukste, het allerleukste (tot nu toe), is wel dat ik nu in de ochtend langs de Douwe Egberts fabriek loop. Toen een vriendin van mij vroeg wat ze nou precies rook (waarbij ze zelf dacht dat het aangebrande tosti's moest zijn), kon ik ook niet bedenken wat die geur nou was. Totdat ik vandaag mijn hardloopschema weer eens oppakte (ik moet voor midden november in staat zijn om 15 kilometer in een goed tempo te rennen) en bijna een uur lang moest rennen. De vraag is dan: waar ga je heen? Ik besloot de lange weg waaraan ik woon, en die dus helemaal niet zo heel lang blijkt te zijn, af te lopen. Toen een keertje naar rechts, en weer links en wat zie ik daar: een gele brug. Die mij en mijn vriendje zoveel ellende gebracht heeft op onze grote fietstocht door Nederland. In een groot vierkant gebouw daarnaast was hetgeen wat mij elke ochtend die lekkere geur bezorgt. Ik drink zelf dan geen koffie, maar oh, wat ruikt het lekker. En dan nog het besef dat de stad waarin je woont toch niet zo groot is, als je dacht dat hij was.
Gedreven op de geur van koffie kon ik die brug aan. En de 50 minuten die daarna volgden ook. Koffie werkt verslavend. Ik kan nu al niet wachten op mijn volgende loopronde.

woensdag 28 augustus 2013

30. Irritaties

Om even specifieker te zijn: irritaties in het openbaar vervoer. Ik bedacht me gisteren dat het eigenlijk vreemd is dat wij onze irritaties publiekelijk maken. Ik, een slikker, zit liever in een hoekje een beetje in mijzelf te schelden, dan dat ik opsta en zeg: HEY JOH, MALLERD! Dat is gewoonweg gekkigheid.

Neem bijvoorbeeld gisteren. Ik zat in de metro en het ging een beetje van lalalalala, totdat er een man mét een fiets binnen komt lopen (die fiets is van essentieel belang voor datgene wat hij ging zeggen, blijkbaar). Een paar weggejaagde mensen (daar ging het al mis, zou je kunnen constateren) later, roept die man keihard door de metro: KUT METRO! Dan denk je ook bij jezelf: 'Waar komt dit nou vandaan?' Vooral ook omdat alles nog soepel verliep voordat deze man dit uitriep. Maar wij, de nuchtere Nederlanders, kijken nergens meer van op. Terwijl ik om mij heen kijk om die man nog te hulp te schieten, zie ik anderen uit het raam staren en/of muziek luisteren.
Vervolgens roept een meisje een paar rijen voor me, ook op schreeuwniveau: "DIT KAN JE TOCH NIET MAKEN? DIT ZET JE TOCH NIET ONLINE, STOMMERD!" Of iets in die trant. Wat bleek: haar zusje had gereageerd op de status van een vriendin van de schreeuwlelijk. Dan denk ik ook, als nuchtere Nederlander: "Naaaa jaaaa, waar maak je je druk om." Ik vond het ergens nog wel lief van dat onbenullige zusje.
Ik denk dan echt, ik herhaal het nog even: mensen waar maken we ons nou eigenlijk druk om?

Mijn irritaties zijn van grotere omvang (en belangrijkere, al zeg ik het zelf). Bijvoorbeeld, waarom ik een boek aan het lezen ben, waar ik niet doorheen kom (niet eens omdat het in het Engels is, want mijn Engels is natuurlijk nu hartstikke native, maar meer om het feit dat het me niet interesseert, maar als ik nu stop, bang ben om te veel te missen. Dilemma, dilemma). Het feit dat mijn fiets ter dood veroordeelt is door een fietsenmaker. Hij kon het eigenlijk ook niet vaak genoeg zeggen. "Zie je wel. Die hele ketting. Nou ligt hij er weer af. Kijk. Nou spuit ik hem weer effe in. Nou, hup, valt ie er weer af. Er moet eigenlijk gewoon een heel nieuwe ketting op. Als het even kan zou je gewoon een nieuwe fiets moeten kopen, want hij heeft zijn beste tijd wel gehad, zo te zien. Hoe lang heeft u hem nu al? Twee jaar nog maar? Ik had hem 5 jaar gegeven. Wat zegt u? Heel goedkoop op Marktplaats gekregen? Tja, daar heb je het al natuurlijk. Goed, ik spuit die ketting weer in. God, daar gaat ie weer." "Wat bedoelt u nu precies te zeggen?"
Daarnaast dan nog de irritatie of eigenlijk meer het besef dat je wel iets doet, maar toch ook weer niet. En doordat je denkt dat je dan wel iets doet, ook gelijk denkt dat je geen tijd meer hebt. De waarheid is gewoon vaak dat je dan eigenlijk niets aan het doen bent en dus best veel tijd over hebt. Ik zou eigenlijk willen opperen alle agenda's maar gelijk de prullenbak in te werpen, want het bevordert niet de vriendschappen. Dan heb ik, misschien een onbenullige hoor, ik weet het niet, nog de irritatie dat alle fietsenrekken altijd bezet zijn. Slecht weer, mooi weer, vroeg, laat; het maakt allemaal geen shit meer uit. En als je dan al op het heetst van de dag en in alle haast een plekje aan het zoeken bent en dan een rek tegen komt met enkel een fietsband, ja één, bevestigt ziet. Nouuuuu, dan breekt je klomp natuurlijk. Dan denk je ook: waarom zou iemand een fiets meenemen met maar één wiel eraan? Ik weet het niet hoor. Het lijkt mij niet prettig fietsen in ieder geval. Had deze persoon in kwestie gedacht dat hij iemand anders nog blij zou maken met één wiel (die ook nog eens vast zat aan een rek met een slot, die natuurlijk een apart sleuteltje nodig heeft)? Naaaa, ik weet het niet meer hoor.
Nu ik toch bezig ben, beste mensen, het is ik erger me aan en het irriteert me dat. En het is groter dan en niet groter als.
Bedankt voor de medewerking.

zondag 30 juni 2013

29. Speciaal voor jou

Jij was degene die zei hoe erg je me gemist had. Jij was degene die zei dat we zulke goede gesprekken hadden. Maar je was ook degene die zei dat ik al in maanden niet geschreven had. Jij, trouwe lezer.

En je hebt gelijk. Mijn laatste blogpost dateert van 3 maanden geleden en dat is best wel lang geleden. Desondanks heb ik niet stil gezeten. Ik heb een fantastische tijd in Wales gehad en over die fantastische tijd heb ik geschreven, maar niet hier. Op ansichtkaartjes (ook naar jou), in emailtjes en in mijn columns op de Universiteitswebsite.

Gek dat alles nu afgelopen is. Mijn avontuur is klaar, finito en duidelijk finished. Maar voor sentimenteel gedoe ben je hier niet op het goede adres. Ik heb vrienden (misschien wel voor het leven) gemaakt en ik heb nog steeds mijn vrienden voor het leven in Nederland. Jawel, beste mensen: je leest nu een blogspot van het gelukkigste meisje van Nederland. Ik ga weer een heel nieuw avontuur tegemoet en misschien wel wat minder spannend, maar zeker niet minder leuk.

And you know what: Ik heb jou ook erg gemist!

vrijdag 29 maart 2013

28. I don't even have a pla

Na een aantal weken is de roze wolk inmiddels wat lichter geworden. Hij is er nog steeds hoor, maar iets minder prominent aanwezig dan de eerste twee weken hier. En ik weet heel goed hoe dat komt. Zo gaat het. Met alles. Alles wat nieuw is, wordt op een gegeven moment bekend, soms zelfs saai (niet in mijn geval, don't worry), het wordt vanzelfsprekend. Nog steeds huppel ik vrolijk die heuvel op en nog steeds ren ik vrolijk die heuvel af. Ik zit alleen iets minder vrolijk en blij in colleges, omdat het colleges zijn. Ik betrapte me er zelfs op dat ik al over een aantal docenten een mening aan het vormen ben, terwijl ik ze nu net 2 maanden ken. Ja, ik voel me behoorlijk thuis hier.

En toch, ik weet niet hoe ik het kan omschrijven, zijn mijn dagen hier anders dan in Nederland. Ik ben elke dag wel bezig (meestal niet met de studie, maar dat terzijde). Ik beleef veel meer plezier aan koken (en het eten ervan). Mijn weekenden zijn altijd vol, maar zo gezellig en relaxt. En misschien wel het grootste verschil is dat ik hier niet gestresst ben. Gewoon nul komma nul. Ik sta ontstresst op en ik ga ontstresst naar bed. Ik moet zeggen dat het in het begin best wel wennen was. Gewoon geen stress. Waar gaat al mijn energie naar toe als ik niet stress? Dus toen moeder lief zei dat ik wel een iets dikkere kont had gekregen (en de gouden regel over moeders is: zij spreken altijd de waarheid), ging ik me, lichtelijk gestresst, wel afvragen hoe dat dan zo was gekomen. En nu weet ik het. Mama's theorie: als je gestresst bent, gaat je hart sneller kloppen, verbrand je alles veel sneller en maken twee koekjes geen verschil. Ik, zit daarentegen zo lekker in mijn vel dat twee koekjes, een brownie en een banaan een heleboel uitmaakt. Namelijk: De Dikke Kont. Dus nadat moeders weer weg was, heb ik, een week lang heel gestresst en onzeker gedaan, paranoia op de weegschaal gestaan (die, naar mijn mening, 4 kilo te veel rekent), twee rondjes extra gerend et voila: mijn hart klopte als een malle en ik was weer twee kilootjes lichter.

De stress komt echter wel terug zodra ik aan het volgende semester denk. En dat is niet eens omdat ik dan afstudeer (jeeeee!). Eerlijk gezegd heb ik daar heel veel zin in. Het is meer: wat ga ik daarna doen? Het punt is ook gewoon dat ik er niet aan wil denken. Ik heb nog niet eens plannen gemaakt voor de zomer, laat staan dat ik al een plan heb voor het volgende semester. Nee, dit meisje gaat genieten (met desnoods een dikkere kont dan in Nederland) van het hier & nu. Want ik zeg maar zo: liever ontstresst zonder een pla, dan gestresst en niet kunnen genieten.

zaterdag 2 februari 2013

27. Dear all

Daar ben ik dan. In Wales. In een stadje waarvan ik de naam eerst niet eens uit kon spreken. Met nieuwe huisgenoten. Met nieuwe mensen om me heen. Een nieuwe universiteit en nieuwe vakken. Zo lang ik me kan herinneren, droomde ik hiervan. En nu is mijn droom werkelijkheid geworden.

Als enige Nederlander voelde ik me in het begin pretty special. "Where are you from?" "The Netherlands!" "Ah, The Netherlands. I love The Netherlands!!" Leuk om te horen natuurlijk. Iedereen houdt van Nederland. Waarna ik ook altijd de vraag krijg "Why are you here?!" En waarom ben ik hier? Omdat het zo geweldig leuk is. Elke dag ben ik vrolijk. Elke dag huppel ik door de straten, met natte haren van de regen, maar I don't care.

Op dit moment leef ik op een roze wolk. Mijn skypesessies zijn alles behalve emotioneel. Ik vind het fantastisch om over mijn 'avonturen' te vertellen. Om te vertellen hoe prachtig het hier is. Om te vertellen hoe leuk het is om met windkracht 10 en een dikke plensbui over de boulevard te rennen. Hoe heerlijk het is om de heuvel op te lopen, maar hoe tien keer leuker het is om die heuvel af te rennen. Hoe ik geniet van de lekkernijen en de kooksessies van mijn huisgenoot. Trotse ouders, broers en vriendinnen laten me weten dat ik straal. En dat is ook zo. Met een glimlach van hier tot Tokio val ik in slaap.

En natuurlijk lig ik soms in mijn bed te denken. Te denken aan thuis. Aan mijn familie, mijn vriendinnen, vriendjelief. En als ik iedereen op Skype zie, dan, natuurlijk, heb ik zin om iedereen een dikke knuffel te geven. Voor nu moet ik het doen met een enthousiaste digitale skype zwaai.

Love you all.

vrijdag 18 januari 2013

25. Diep gewortelde haat in de trein

Als het sneeuwt dan moet binnen no time heel je Facebooklijst ervan op de hoogte gesteld worden. Alsof ik zelf niet de moeite kan nemen mijn gordijn open te doen en door mijn raam te gluren. Daarbij zijn al mijn Facebookvrienden dan ook nog zo attent om een foto van 'de sneeuw' te maken. Great! Maar niemand die een foto maakt van de realiteit. De realiteit van de sneeuw. Ook wel: bonje met de NS, genoemd.

Woensdag 16 januari 11.10 uur, Centraal Station
Ik mompel in mezelf. En mijn gezicht staat rood gloeiend: "Verdomme. Net op dit moment rijden er geen treinen naar M."
Niet veel later komt lief vriendje aangelopen. Ik heb zin om mijn volle tas in zijn gezicht te meppen. Hoe kan hij nou zo vrolijk doen? Zonder hem een blik waardig te gunnen loop ik naar het grote bord en begin een soort van "kun-je-hét-niet-zien-of-zo-dansje" te doen. Al wijzend naar het bord en met mijn vinger naar mijn hoofd. Vriendje lief begint bozig te doen, terwijl ik rondjes om mijn eigen as begin te lopen. Ondertussen bedenk ik me wat voor een feeks ik op dit moment ben. Vooral omdat vriendje lief al voor de 100ste keer vraagt om een kus. Ik mompel een 'sorry' en druk een dikke kus op zijn mond.

Woensdag 16 januari 11.30 uur, in de trein richting M.
Het kwam gelukkig goed en ik lig dicht tegen vriendje lief aan. Wat is het leven toch mooi.

Donderdag 17 januari 22.00 uur, in de trein richting N.
Het geluk heeft meer dan 24 uur aangehouden, maar dat was het dan ook wel. Meer wordt er mij niet gegund (ah, wat ben ik toch zielig). Een kwartiertje hier stil staan vanwege een rood sein, dan wel een halfuur daar stilstaan vanwege een slome trein voor onze trein. Nadat we in N. waren aangekomen werd ons nog op het hart gedrukt dat "morgen de normale dienstregeling weer geldt"!

Vrijdag 18 januari 14.45 uur, in de trein richting U.
"Beste mensen, zoals u heeft gemerkt staan we al een kwartier stil. De oorzaak hiervan is dat er geen machinist is. Ik herhaal: geen machinist. Bedankt voor uw begrip." Dingdingdong.

Vrijdag 18 januari 14.47 uur, in de trein richting U.
"Dames en heren. Inmiddels hebben wij een machinist bereid gevonden. Nu staat er echter een andere trein voor onze trein stil. Bedankt voor uw begrip." Ik besloot me op te sluiten in een spannend verhaal.

Vrijdag 18 januari 15.30 uur, in de trein richting U.
Ontzettend luidruchtige meisjes komen de coupé binnen gelopen. Het geblaat wat ze verkondigen is alles behalve interessant, totdat één meisje wordt gebeld door haar homovriend M. Nadat ze heeft opgehangen verkondigd ze heel luid dat M. vastzit in A. en dat er bussen worden ingezet en dat alle treinen zijn uitgevallen. Ik houd mijn hart vast.

Vrijdag 18 januari 16.30 uur, op U.
Ik ren van hot naar her en ik word van het kastje naar de muur gestuurd. Vervolgens vergeet ik een kaartje te kopen voor mijn fiets, maar ik zie dat ik nog maar 2 minuten heb voor mijn trein. Wat doe je in zo'n situatie? Juist. De gok wagen. Ik zet mijn fiets neer en ren heldhaftig naar de ticketmachine. Vervolgens ren ik met mijn fiets aan de hand de roltrap af en spring van de laatste treden. Ik ben er goed aan toe, mijn fiets wat minder. Blijkt de trein richting R. niet te rijden. En de trein die daarop volgt ook niet. En die daarop volgt ook niet.

Vrijdag 18 januari 16.35 uur, op U.
"Meneer, wat moet ik doen als ik naar R. wil?" "Hm. Ja. Geen idee." "Weet u überhaupt wel iets?" "Zoals het er nu naar uitziet, niet nee." "Ik dacht er zelf aan om naar D. te reizen en daar dan over te stappen," zeg ik om maar met een suggestie te komen. "U kunt ook naar L gaan of naar A." "Is dat niet hartstikke om voor mij?" "Ja dat wel. U moet het zelf weten." Ik loop boos met mijn fiets aan de hand de roltrap op. De trein richting A. is inmiddels vertrokken. Ik zie een NS-vrouwtje. "Mevrouw, mevrouw!" Ik ren dramatisch op haar af, met de tranen nu in mijn ogen. De vrouw gunt mij geen blik waardig en zegt: "Nu even niet. Ik ben bezig." Ik had een ontzettende verlangen om haar met de stok, die ik bij me had, eens te laten zien wie hier nu eigenlijk de baas is. Ik hield me echter braaf in. "Ik raad u aan om naar D. te reizen met een sprinter en dan over te stappen naar R." Iets vrolijker loop ik naar het desbetreffende spoor en sta daar geduldig te wachten. Voor de zekerheid kijk ik op het vertrekbord en de woede slaat weer toe. Er rijdt verdorrie geen trein naar D. en die zal ook niet meer gaan rijden. Ondertussen wordt er omgeroepen dat het een vervelende situatie is en er gratis thee en koffie kan worden gehaald. Rot op met je thee! Rot op met je koffie! Toch heb ik dorst, maar als ik boven kom zie ik dat er een rij van hier tot aan de bussen staat van U. Er rijden geen treinen naar L., D. en A. Hoe kom ik in godsnaam in R.?

Vrijdag 18 januari 17.15 uur, in de trein richting A.
Ik heb me de trein in weten te wurmen. Met commentaar van mede-reizigers. "Is het nu wel slim om met je fiets te reizen?" "Lekker handig dit!" Ik heb de puf niet meer om opmerkingen zoals "ja, eikel. Ik moet naar R. en ik ga een halfjaar weg, dus als ik mijn fiets in U. laat staan, dan wordt ie binnen twee weken opgehaald door de gemeente en na een verloop van tijd verkocht, omdat ik hem niet kan ophalen. Dus ja. Deze fiets moet mee en als er een trein eerder naar R. was gegaan, dan had ik niet in de spits gezeten en had u er geen last van gehad. Maar goed. Deze fiets gaat dus mooi met mij mee" te maken.

Vrijdag 18 januari 17.45 uur, op A.
"U moet toeslag betalen voor de Fyra".

Vrijdag 18 januari 18.09 uur, op A.
Fyra kwam voorbij. Maar niet voor mij.

Vrijdag 18 januari 18.30 uur, op A.
Ik heb mensen geslagen met mijn stok om mij en de fiets de trein in te krijgen. Dat is gelukt. Ik maak scenario's in mijn hoofd als mensen gaan zeiken over mijn fiets (met mensen, bedoel ik de conducteur, maar die is helemaal niet langs gekomen). Ik val in slaap.

Vrijdag 18 januari 18.45 uur, in de trein richting R. 
Intercity blijkt meer weg te hebben van een sprinter.

Vrijdag 18 januari 19.30 uur, aangekomen in R.
Ik, mijn fiets en de stok rennen over het station. We zijn thuis. Ik trotseer de kou en de inmiddels donker geworden lucht. Ik stap op mijn fiets en rijd bijna iemand aan. Het kan me niets meer schelen. De NS is kut en alle mensen zijn kut. Een vlokje sneeuw, een drupje regen; het zijn allemaal redenen om geen treinen te laten rijden.

Ik ben een slachtoffer en ik voel me zielig. Dus laat me alsjeblieft even wanen in de wereld van zelfmedelijden. Soms is dat namelijk heerlijk. Soms is het heerlijk om iemand zo diep te haten. Zo'n iemand die de NS heet. En er best veel aan kan doen, vind ik.






donderdag 3 januari 2013

24. Not so smart

Ik kan nu bijna 2 jaar auto rijden. En na 2 jaar, vind ik het rijden super leuk geworden. Misschien ligt het eraan dat er bijna nooit meer een gillende moeder, vader, broer, broertje, vriendje en vriendin naast me zit. Of dat ik zelf wat minder bang ben als ik langs elk zijstraatje rijd, zonder in paniek op de rem te trappen. Tevens rijd ik nu in zones waar je maximaal 30 mag rijden, meestal 50. Daarnaast rijd ik, maar dat gebeurt onbewust, omdat ik dan geen bordje langs de weg zie staan, vaak 80 terwijl je maar 50 mag. Tot nu toe heb ik nog geen ongelukken gemaakt en het voelt heerlijk om harder te rijden dan je eigenlijk mag. Ik vind dat ik vooruit ben gegaan.
Ik houd van een goede inleiding, maar nu even to the point: er is één ding in het verkeer waar ik mij mateloos aan erger. En ja, het is erg dat ik dit moet zeggen, maar VOETGANGERS. What a hell. Het is niet zo dat ik bij elke oversteekplaats nog een extra trap aan het gaspedaal geef (om te laten zien wie hier nu eigenlijk de baas is) of dat ik mijn koppeling heel luidruchtig op laat komen, zodat ze schrikken en niet meer over durven te steken. Nee, ik ben een ontzettende zachtaardige (pussy) verkeersdeelnemer. Ik laat een stoet bejaarden rustig over steken, de file toeterende auto's achter mij negerend. Ik houd van de oplettende voetganger. Ik houd niet van de voetganger die met zijn smartphone zit te spelen. De voetganger die zo erg verdiept is in zijn whatsapp'jes dat de rest van het verkeer er niet meer toe doet. Dan, ja alleen dan beste mensen, heb ik heel erg zin om nog wat extra gas te geven en eventueel het risico te lopen dat ik een been of een arm of allebei meeneem van de voetganger in kwestie.
Ik weet alleen dat het niet mag, maar anders...