zondag 16 maart 2014

39. De dikke man

Buiten de kring van mijn dierbaren, laat ik niet snel merken wat ik vind. Althans, dat probeer ik zo over te laten komen. Vreemden en kennissen die mij hun mening op proberen te dringen ervaar ik vaak als irritant en zielig. Daarom probeer ik het zelf zo min mogelijk te doen.
Tot aan nu. Een verhaal zou natuurlijk niet zo beginnen als er niet toch wél een mening aan zou komen, waar jullie helemaal niet om hebben gevraagd en die wellicht ook wel als opdringerig wordt ervaren. Bij voorbaat mijn excuses.

Ik heb het niet zo op dikke mensen. Dit is wat hard geformuleerd, dat geef ik toe, maar ik heb er dan ook heel lang over nagedacht hoe ik dit anders had moeten formuleren en er kwam eerlijk gezegd niet iets veel beters in mij op. Het grootste gevoel wat ik krijg bij het zien van dikke mensen is medelijden. Toen ik 10 jaar was ging ik voor het eerst met het vliegtuig op vakantie. En wel gelijk naar Florida. Een angstig gevoel bekroop mij, nadat een aantal dikkertjes het vliegtuig had betreden, of dit de vlucht op enerlei wijze zou beïnvloeden. We mogen immers ook maar een aantal kilo aan bagage aan de stewardesse mee geven. Dat ik veilig ben aangekomen, moge duidelijk zijn. Amerika, het land van de obesitas (al kunnen wij er ook wat van). Tijdens een tripje met een safaribus kon het dan ook niet anders dan dat er tussen de 30 mensen tenminste 1 dikkerd aanwezig was. Het beeld staat me nog verschrikkelijk goed bij, omdat de dikke vrouw het voor elkaar kreeg een tweezit helemaal te bezetten en toen we vervolgens alligators gingen spotten en we daardoor uit de bus mochten en we er daarna ook weer netjes instapten, in spanning afwachtend op het volgende reptiel, kon het dan ook niet anders dan dat de vrouw klem zat tussen de twee deuren van de bus. Er is, werkelijk waar, geduwd om de vrouw de bus in te krijgen. Moest ik lachen? Nee. Ik was 10 jaar en ik heb het hele tafereel van een gepaste afstand vol afschuw bekeken. 

Hoe kun je het toch zo ver laten komen? Dat vraag ik me elke keer weer af. Het kan erfelijk zijn, ja dat kan. Het kan ook een ziekte zijn, ja dat kan ook. Het kan ook een kwestie zijn van je zelf niet onder controle hebben. Vreten, vreten, vreten, totdat je erbij neervalt. Er zijn altijd mensen die dan in de verdediging schieten door te zeggen dat de één sneller dikker wordt dan de ander. Dat is waar. Maar als je je vervolgens twee weken lang volstopt met troep en daarna een keertje op de weegschaal gaat staan en je ziet dat de vreetbuien je helaas die 3 kilo's extra op hebben geleverd, dan ga je toch niet door? Dan bedenk je je toch wel twee keer voordat je die vierde Twix achter je kiezen stopt? Dit fascineert mij zo erg dat ik het ook niet kan laten om programma's als 'Obese' over te slaan. Mensen die de trap niet normaal op kunnen lopen, die zichzelf de auto in moeten proppen, die gerust nog een roze koek weg zitten te kanen ("Ach wat maakt het toch allemaal ook uit? Ik ben toch al dik!") en het ergste van alles is dat ze balanceren op het randje van de dood. Je zou je echtgenoot, broer, zus of kind maar aan overgewicht kwijt raken. En wat maken ze een ellende door hè! Ze slepen zichzelf de sportschool door en dat allemaal omdat ze moeten afvallen. Ze worden intensief begeleid, want het zou wat zijn als de dikkerd het zou opgeven. Als de dikkerd weer bezwijkt aan een pak vol roze koeken. En allemaal hebben ze ook een verhaal hè. Ze zijn namelijk niet zomaar dik. Dat bestaat niet, ben ik achter gekomen. Er is altijd wel een dikkerd die of gepest is, of moeite heeft gehad bij te blijven op school en daarom ook nog eens was afgezakt naar de mavo of het is iemand die altijd als laatste werd gekozen bij gym en daardoor dacht dat ie dik was en daarom maar gelijk de hele supermarkt leeg vrat. Je kunt dus niet zomaar het leven van een dikkerd leiden. Nee het moet namelijk ook een heel zwaar leven zijn geweest. Anders telt het denk ik niet. Er vielen daarom ook de nodige tranen bij dit programma, waardoor je als kijker zowaar medelijden krijgt (zelfs ik!). Ik geloof ook echt dat het zwaar geweest moet zijn. Sporten met zo'n lichaam is ook echt geen doen. Ik krijg zelf al snel verzuurde benen, laat staan wat zo'n dikkerd moet doormaken. Daarnaast ben ik ook niet de meest lieve persoon als ik even twee uur mijn bloedsuiker niet op pijl houd. Ik begrijp het allemaal best wel.

Als je als dikkerd eenmaal zover bent gekomen dat je 100 kilo bent kwijtgeraakt dan ben je er nog niet eens. Dan moet je jezelf beheersen met eten en daarbij hangen er losse vellen aan je benen, armen en buik. Je was al niet moeders mooiste en het is er niet beter op geworden. Om die vellen kwijt te raken moet je zorgen dat je minimaal 1 jaar op een stabiel gewicht blijft. Nou, dan komen de smoesjes hoor. Van "ik voelde me eenzaam en die 10 brownies vulden de leegte weer op" tot aan "het had net geregend dus ik was bang dat ik onderuit zou gaan". 

Vandaag maakte ik dankbaar gebruik van het boekenweekgeschenk. Met mij duizend anderen in de trein. Ondanks de drukte wist ik een plaatsje te bemachtigen en terwijl ik mensen passeerde viel mijn oog op hem: een dikke man. Ik deed mijn best om nog te glimlachen, maar de afschuw was aan mijn gezicht af te lezen. Voornamelijk omdat ik er van baalde dat de man twee stoelen bezet hield en ik graag bij het raam had willen zitten. Tijdens de reis kwam ik erachter dat zijn (klein)zoon tegenover mij zat en mij vol bewondering zat aan te staren (ik was in alle haast mijn scheenbeschermers en hockeysokken aan het aantrekken), waardoor de dikke man zich genoodzaakt voelde het gedrag van zijn (klein)zoon uit te leggen door aan te geven dat hij veel voetbalde. En zo kreeg ik weer medelijden. Met zijn (klein)kinderen en met de aardige dikke man zelf. Ik maakte een babbeltje met het jongetje en al die tijd dacht ik alleen maar: "als de dikke man zo doorgaat, dan ziet hij zijn kind waarschijnlijk niet heel oud worden."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten