"Het is meer dan 6 maanden geleden, nee wacht, ja écht meer dan 6 maanden geleden dat ik je gezien heb!" roept mijn, inmiddels in een beeldschone Italiaanse getransformeerde, vriendin uit. Ik knuffel haar, geef haar nog een zoen, en dan nog maar een paar knuffels. Gek, realiseer ik me. Het is al een halfjaar geleden dat ik haar dag heb gezwaaid voor een avontuur die zij nooit meer zal vergeten, maar die geheel aan mij voorbij is gegaan. En vreemd is het ook dat voor haar de tijd heel snel gegaan lijkt te zijn, maar dat dat voor mij niet heel anders is. En nog gekker vind ik het dat ik rustig met haar een kopje thee kan drinken, uren kan kletsen, zonder dat het vreemd voelt. Ze is goddorie een halfjaar weggeweest (nee, meer dan een halfjaar zelfs!).
Gedurende ons uitgebreide lunch, zij met een bruine boterham met rosbief en ik met couscoussalade, passeren allerlei onderwerpen de revue. Wanneer de veel besproken MH17-ramp aan bod komt, ben ik even stil. Het heeft me meer gedaan dat ik dacht dat het zou doen en voornamelijk vanwege het feit dat ik me wel besefte dat het leven met één raket voorbij kan zijn, maar dat het dus ook echt geen fuck uitmaakt wat je allemaal in je leven doet, want niemand die zich dat ooit nog gaat herinneren. Vooral als je met een heel gezin meteen uit de stamboom wordt gebonjourd. “Ja weet je, dit klinkt misschien heel cru, maar er is dus mooi helemaal niets over van die lichamen daar”, gaat mijn vriendin verder, terwijl ze rustig haar rosbief herkauwt. “En dan vraag ik mij dus af wat er nu precies in die lijkzakken naar Nederland wordt vervoerd. Zouden de onderzoekers naar elkaar schreeuwen wanneer de één een arm vindt en de ander een bijpassend been?” Ik begin te lachen en voordat ik het weet hebben we allerlei situaties geschetst over puzzelen met benen, armen en andere lichaamsdelen.
Niet veel later begin ik heel nostalgisch te mijmeren over het feit dat ik haar al meer dan 11 jaar ken en dat dat best bijzonder is, maar dat deze vriendschap ook in één ruk voorbij kan zijn, waarop zij nuchter antwoordt: “ja, nou geen zorgen, want als jij dood gaat heb jij er in ieder geval geen last meer van.” En dat is waar. We zijn als mensen allemaal bang voor de dood, maar waar we denk ik banger voor moeten zijn is achterblijven. Face it, de achterblijvers hebben het toch het zwaarst.
De Lunch (het was een belangrijke) heeft onze vriendschap weer volledig hersteld en het halfjaar dat we elkaar niet hebben gezien, is in een paar uur tijd weer ingehaald. Peinzend staan we voor het schap met agenda’s. “Ja, alle bouwco’s hebben eigenlijk een Moleskine, maar die zijn wel duur.” “Ik zeg: ga voor een klassieke Hema”, antwoord ik, terwijl ik naar een agenda grijp. “Hier, deze heb ik. Hij is simpel en het belang van deze agenda zit hem in het detail”, ik wijs naar een spiraalvormige knoop waarmee je de agenda, hoe simpel, met een touwtje dicht doet. “Ja, nou ja, ik heb zelf ook een spiraal”, antwoordt vriendin inmiddels opgewekt. “Nou”, zeg ik, “dan is deze agenda jou sowieso op het lijf geschreven,” waarop wij in lachen uitbarsten.
En nu ik dit zo opschrijf besef ik me dat het echt klopt wat ze zeggen: je weet pas wat je mist, als je het niet meer hebt. Al moest ik wel zien wat ik ook al weer had, om te beseffen dat ik het stiekem wel heel erg gemist had. Gesprekken zoals bovenstaand, zullen dan ook alleen grappig worden gevonden door degenen die zich in deze situatie bevonden. Net op het moment dat ik denk dat mijn vriendin, met de Italiaanse schoonheid en de Nederlandse nuchterheid, vergeten is hoe het is om nostalgisch te mijmeren roept ze bij de kassa, terwijl ik mijn pinpas door de automaat laat glijden, hard uit: “weet je nog toen je voor het eerst moest pinnen? Ja bij de Zara? Dat ging helemaal mis natuurlijk!”
Noot: dit was 6 jaar geleden en ik was inderdaad dood nerveus om te pinnen. En het was inderdaad bij de Zara. Waar ik nog steeds niet graag pin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten